Met meer dan tweeduizend zonuren per jaar is Lienz in Oost-Tirol de zonnehoofdstad van Oostenrijk. Het beste geniet je van al die zonnige uren in een van de twee skigebieden bij Lienz: Zettersfeld en Hochstein.
Van de 53.000 inwoners die Oost-Tirol telt, wonen er 13.000 in de hoofdstad Lienz. De Altstad van Lienz ligt enigszins uitgerekt langs de rivier de Isel op de kruising met de Drau. De oude stad telt een paar kerken en langgerekte pleinen met leuke winkels. De Hauptplatz is het centrale plein met onder meer het Neues Rathaus. Niet voor niets presenteert Lienz zich onder het motto ‘Ski ‘n’ the City’ al is het niet echt een bestemming voor een stedentrip, zoals Innsbruck.
Op wintersport in Lienz
Een week in Lienz gaan skiën zullen de meest wintersporters niet zo snel doen. Daarvoor zijn de skigebieden rond Lienz simpelweg te klein. Maar Lienz is een prima uitvalsbasis om ook die andere authentieke skigebieden in Oost-Tirol te ontdekken. Die liggen allemaal in een straal van maximaal 40 minuten rondom Lienz en zijn allemaal met dezelfde SkiHit-skipas toegankelijk. Je kunt een skivakantie in Lienz dus prima combineren met een dag skiën in Sankt Jakob im Defereggental, Sillian-Hochpustertal, Obertilliach en Kals/Matrei/Grossglockner, de hoogste berg van Oostenrijk. Voeg daarbij dat het in Oost-Tirol stukken rustiger en gemoedelijker is dan in veel skigebieden in Tirol zelf en je snapt waarom veel Nederlanders best wat verder willen rijden en hier ook vaker terugkomen. Dat zagen we onder meer in ons hotel Moarhof, waar veel terugkerende gasten als oude vrienden, inclusief klapzoenen op de wangen, onthaald werden.
Skivakantie in Lienz boeken
De skigebieden bij Lienz vormen samen de Lienzer Dolomieten, en zijn goed voor zo’n 40 km niet-aaneengesloten pisten. Aan de ene kant van Lienz ligt skigebied Hochstein. Aan de andere kant ligt skigebied Zettersfeld waar je vrijwel de hele dag in de zon kunt skiën. Een ietwat krap bemeten vierpersoons gondel van de Gaimberg brengt je naar Hoch-Lienz, naar de voet van de pisten van Zettersfeld op 1812 meter hoogte. Hier liggen ook nog enkele hotels en appartementen, dus je kunt ook nog een hotel aan de piste in Lienz boeken. Dat scheelt je ’s middags weer een trip met de gondel naar beneden, want een dalafdaling is er niet. Kijk voor hotels in Lienz en Hoch-Lienz even bij Belvilla, Booking en Sunweb.
Vanuit het bergstation van de gondel kun je linksaf, een klein stukje omhoog klunen door een tunneltje om bij de vierpersoons stoeltjeslift Steinermandl uit te komen. Links van die lift liggen vooral rode pistes. Je kunt dan nog met de Schoberköpfl-sleeplift naar het hoogste punt van skigebied Zettersfeld op 2278 meter hoogte. Uitblazen van je afdalingen kan onderaan de Steinermandl bij de barretjes die daar gevestigd zijn.
Skiën voor beginners in Zettersfeld
Aan de rechterzijde van de Steinermandl-stoeltjeslift liggen vooral blauwe en een enkele rode piste. Die verdeling van pisten heeft als voordeel dat skiërs die lekker willen raggen min of meer hun eigen deel van het skigebied hebben. Ze zullen dan niet zo snel kruisen met beginners die wat breder over de piste willen skiën. Die beginners kunnen naast het bergstation van de Gaimberg-gondel meteen naar rechts gaan.
Daar ligt de oefenpiste van de skischool lekker beschut tussen de bomen. Die ligging is ook handig voor ouders die hun kinderen uit de skischool willen ophalen of af en toe even de vordering van hun kroost willen gadeslaan. Het laagste stuk van de Familienabfahrt, de blauwe 1, loopt langs de skischool. Kwijtraken doe je elkaar hier sowieso niet, want je bent zo door het skigebied heen. Ook prettig: Tieners tot achttien jaar kunnen hier met kinderkorting skiën.
De Lienzer Dolomieten: de mooiste afdaling in Zettersfeld
De Familienabfahrt en de drie kilometer lange Faschingalmabfahrt (de blauwe 8) zijn prettige pisten om ’s ochtends even de spieren op te warmen. Maar de mooiste afdaling in Zettersfeld is misschien wel de rode 4. Die is lekker breed, lang, vooral in het bovenste stuk prettig gevarieerd, terwijl je in het onderste deel lekker door kunt knallen. Frau holle heeft de voorgaande dag de kussens eens flink opgeschud, zoals ze in Oostenrijk zeggen, dus er ligt een lekker pak verse sneeuw. Je weet even niet of je voor het corduroy van de prima geprepareerde pisten moet kiezen, of lekker ernaast door de diepe sneeuw moet gaan. Wel liggen de pisten hier pal zuid, dus als de zon er de hele dag vol op staat, kan het hier wel snel papperig worden.
Lunchen doen we bij Mecki’s Dolomiten Panoramastubn, een tamelijk nieuw restaurant onderaan de blauwe Faschingalmabfahrt, dat vanaf de parkeerplaats bij de Fashingalm-stoeltjeslift ook voor voetgangers te bereiken is. De bediening is vlot, de muziek en de kaart zijn gevarieerd, de wifi is gratis, evenals het panoramische uitzicht vanuit de ligstoelen op het zonneterras. ’s Avonds worden er ook feesten gehouden. Mecki zelf staat in de winter lekker in de geitenstal haar hooi op te peuzelen dus die zie je niet. Vind je dat allemaal te commercieel, dan kun je iets hoger op de piste via een pad doorsteken naar de Naturfreundehütte.
Skigebieden bij Lienz: de Hochstein
Na de lunch wordt het tijd om het skigebied op de Hochstein te gaan verkennen. Je komt daar met je eigen auto (ongeveer tien minuten rijden), met de skibus, of door even je hotelbusje in te schakelen. Gastvrijheid wordt hier in Oost-Tirol met een hoofdletter geschreven, dus hoteliers vinden het totaal geen probleem om de gasten even naar een ander skigebied te brengen.
Liggen de pisten van Zettersfeld voornamelijk op het zuiden georiënteerd, die op de Hochstein liggen vooral op het noorden en oosten. Voordeel is dat de sneeuw langer goed blijft. Nadeel is dat je hier s’middags niet meer in de zon skiet en dat de pisten dan weer opvriezen. Ook wat betreft moeilijkheidsgraad van de pisten wordt op de Hochstein uit een ander vaatje getapt. Zettersfeld is meer een familieskigebied, maar absolute beginners gaan het op de Hochstein niet fijn vinden. Gevorderden daarentegen des te meer, al wat het maar omdat de langste afdaling hier 7 km is.
Skiliften op de Hochstein
Om op de top op 2057 meter hoogte te komen, heb je drie liften nodig. De Hochstein 1 is een gecombineerde zespersoons stoeltjeslift met gondels. Je moet dus wel even kijken aan welke kant van het platform je instapt en of je dus wel of niet je ski’s aan moet houden. Boven kom je op een plateau met uiterst rechts het begin van de zwarte zeven, die de Worldcup-afdaling is, de start van de zomer – en winterrodelbaan Osttirodler, een kinderboerderij en hotel Mooseralm.
Rechtdoor ligt de Hochstein 2 lift, een historisch tweezittertje van het type kuitenklapper. Liftbedrijf Lienzer Bergbahnen noemt het zelf een ‘liebenswerten Retro-Zweiersessel’. Naar links gaat de Reiterkopf, eveneens een zwarte piste. Er is hier bijna niemand op de piste. Alleen een handvol slalom skiërs, plaatselijke jeugd, stort zich met ware doodsverachting van een afgezet stuk van de opgevroren Worldcup-afdaling naar beneden.
Toerskiën op de Hochstein
Wel zien we hier opvallend veel toerskiërs die met stijgvellen onder naar boven lopen. Toerskiën blijkt, zo horen we later, op de Hochstein bijzonder populair te zijn. Die bikkels hebben tijdens ons bezoek geluk, want zij kunnen wel naar de top om vervolgens heerlijk in de zon een nog niet geprepareerde piste af te skiën. Toplift Hochstein 1 zit namelijk dicht omdat de grote hoeveelheid verste sneeuw op de piste nog niet geprepareerd is. Uitblazen van de klim kan in de Hochsteinhütte helemaal op de top. Daar vandaan heb je ook een prachtig 36-graden zicht op het Pustertal, het Iseltal en natuurlijk Lienz dat 1200 hoogtemeters lager ligt. Zo sta je midden in de natuur, zo zit je weer in de stad.
Zwarte, rode of blauwe piste
We dalen daarom af via piste 3, de Reiterfeichte. Die staat als zwart aangegeven, maar we kunnen er met de beste wil van de wereld niets zwarts aan ontdekken. Omdat de piste halverwege is afgesloten, pakken we de rode drie. Die bestaat bovenin uit een brede skiweg, maar ook hier is de kwalificatie ‘rood’ te veel eer. Blauwe pistenbordjes zouden hier beter op hun plek zijn. We doen beide pistes nog een keer, maar komen weer tot dezelfde conclusie.
Het leuke is wel dat je hier heerlijk door het bos skiet op superbrede pistes. Af en toe maakt de piste een bocht en kijk je recht de stad in, een beeld dat je verder eigenlijk nergens in Oostenrijk ziet. Ter afsluiting nemen we de worldcupafdaling, misschien wel de zwartste piste die we in heel Oost-Tirol gezien hebben. Die piste loopt pal langs de rodelbaan en de burcht van Lienz. Een heerlijk slot van een perfecte dag skiën in Oost-Tirol. Je kunt ook nog leren iglo bouwen bij berggids Willi Seebacher. En ’s avonds even de stad in om te shoppen, dat is wel de charme van een skigebied bij een stad. Of, zo je wilt, van een stad met twee skigebieden.
Lienzer Dolomieten: skigebieden Zettersfeld en Hochstein in cijfers
Hoogte skigbied: 668 – 2278 meter
Aantal liften: zes in Zettersfeld, vier in Hochstein, plus twee oefenliften in het dal
Aantal kilometers skipisten: 40 km en 1,6 km skiroutes
11 km blauwe pisten, 22 km rode pisten en 7 km zwarte pisten
Freestyle-park: ja.
Bekijk de interactieve skikaart van Lienz.
Bekijk de video over de skigebieden bij Lienz